Een paar dagen alleen in een vakantiehuisje.
Ik hoop hier de rust te vinden om weer te gaan schrijven. De zon schijnt, de vogels fluiten, konijntjes maaien het gras, ik moet niets. Een perfecte plek om ‘tot jezelf te komen’. Dat klopt. De situatie dwingt mij er toe of helpt me er bij. Hoe zal ik het zeggen? Ik ben onrustig, het voelt alles behalve prettig. Er is voldoende gelegenheid om dit ‘tot mezelf komen’ te verzachten of misschien zelfs te ontvluchten. Ze lokken me. De tv, de radio, tijdschriften, klusjes in de tuin en natuurlijk de smartphone met een directe link naar de rest van de wereld. De wereld die er altijd is, maar die ik nou net even achter me wou laten. Het ding trekt mijn aandacht. Ik film een konijntje omlijst met een bont vogelconcert. Best mooi. Ik deel het op Facebook. Moet ik nou echt de hele wereld laten weten wat ik hier hoor en zie? Het voelt voor mij alsof het dan meer waarde krijgt. Waarom eigenlijk? Waarom deel ik dit? Het filmpje toont de rust van de natuur, niet mijn innerlijke onrust. Het toont niet mijn grotendeels onbewuste zoektocht om ‘tot mezelf te komen’ en hoe daar dan ook weer snel bij weg te gaan. Ik besluit mijn smartphone weg te leggen. Radio en tv zijn uit, de tijdschriften terug in de kast. De onrust in mij is duidelijk voelbaar, maar nu niet alleen maar onprettig. Ik merk het op. Precies zoals ik dat ook in een meditatie doe, alleen heb ik mezelf nu geen eindtijd gegeven en zit ik niet stil op een kussen. Ik verbind me met de dingen om me heen die er al die tijd al ‘gewoon zijn’. Ik drink een glas water. De vogels zingen, ze lijken nu luider en met meer dan net. De zon verwarmt mijn rug, de wind streelt mijn huid, het gras kriebelt me. Paardebloemen, pinksterbloemen, madeliefjes en vergeet-me-nietjes. Ineens zie ik hoeveel verschillende bloemen zich om mij heen in het gras hebben verstopt. Ik pak mijn camera en leg ze vast. Waarom? Ik zie ze toch, is dat niet genoeg? Mijn gedachten vliegen alle kanten op, ik vlieg er achter aan. Soms kan ik even bij de waarneming van mijn zintuigen blijven. Op zo’n moment merk ik op wat er daarvoor niet was en weet ik dat er nog meer voor mij verborgen is. Ik kruip er in. In alles wat ik waar kan nemen, en dan groeit het. De geluiden, de beelden, het gevoel op mijn huid, alles groeit. Een beestje loopt over mijn been, ik stuur het niet weg, ik blijf er bij met mijn aandacht, het gevoel groeit, het lijkt alsof ik er in op ga. Ik verdwijn er in. In de vogels, in het gras, de warmte van de zon. Een zweefwespje hangt pal voor mijn neus stil in de lucht en kijkt me aan. Wie kijkt eigenlijk wat aan? Denk ik een fractie van een seconde later? Ik was er niet. Ik was even weg of ik was even alles. Dit gaat verder dan ‘tot mezelf komen’. Ik ga door mezelf heen. Alsof ik binnenstebuiten keer en ik buiten mij kan zien wat binnen was en andersom. Als ik me hier werkelijk aan overgeef blijft er niets van mij over. Dan vervaagt de grens tussen mij en het gras en is er alleen nog maar kriebelen. Dan vervaagt de grens tussen mij en de vogels en is er alleen nog maar fluiten. Dan vervaagt ook de grens tussen mij, het papier en de pen en is er enkel schrijven. Ik ga er letterlijk in op. Ik ben aangekomen. ( onderwerp: mindfulness )
2 Comments
Ha lieve Maretty,
Reply
Maretty van den Mosselaar
27/6/2016 04:06:32 am
Ik vind het leuk om hier te vermelden dat ik dit verhaal heb ingestuurd voor de verhalenwedstrijd 'NATUURlijk inspirerend' van stichting de Buitenkans in Heiloo.
Reply
Leave a Reply. |
Archief
Augustus 2016
Mee-bloggen?Als jij het leuk vindt om hier iets over jóúw ervaring met Verhip te schrijven ben je van harte welkom. Onderwerpen
Alles
|